Het is duidelijk, met name door de situatie rond Tata Steel, de grootste uitstoter van broeikasgassen van Nederland, en Chemours, dat vergunningen het klimaat, het milieu en de gezondheid van omwonenden onvoldoende beschermen. Dat duidt op een fundamentele zwakte in het beleid en is onrechtvaardig (gezien de Grondwet) en daarmee onacceptabel. De adviescommissie Van Aartsen stelde in haar rapport dat de 29 omgevingsdiensten in ons land niet onafhankelijk genoeg zijn. Ze missen capaciteit en deskundigheid om milieu-incidenten het hoofd te bieden. Ook kunnen gemeenten nu te sterk hun stempel drukken op de omgevingsdiensten. Er is daarom centrale regie nodig. De Tweede Kamer leek het eens met Van Aartsen en wil de lokale bemoeienis met milieutoezicht zo ver mogelijk terugsnoeien. De Kamer vindt dat het Rijk moet ingrijpen als een omgevingsdienst slecht presteert. Het kabinet heeft echter gekozen voor een interbestuurlijke aanpak met tweejaarlijks een onderzoek naar het functioneren van het stelsel van Vergunning, Toezicht en Handhaving (VTH). In het onlangs gepubliceerde onderzoek wordt geconstateerd dat groei van personeel en budget bij de omgevingsdiensten is gerealiseerd. Echter het aantal geactualiseerde vergunningen lijkt laag uit te vallen. Ook zijn nog niet bij alle omgevingsdiensten de wettelijk verplichte taken ondergebracht. De onderzoekers vragen aandacht voor de bestuursrechtelijke en strafrechtelijke sancties. Opgehaalde cijfers in het onderzoek suggereren dat bij minder dan 1% van de inspecties uiteindelijk een inning van een dwangsom plaatsvindt.
Om adequate vergunningen mogelijk te maken is nodig dat de wetgeving wordt verbeterd en dat er beter geluisterd wordt naar bezwaren en klachten van omwonenden. Nederlandse wetgeving dient zich te houden aan Europees recht en gebruik te maken van mogelijkheden om via vergunningverlening ook tot, waar nodig, aanscherping te komen. Door beter te luisteren naar omwonenden wordt voorkomen dat burgers naar de rechter moeten stappen om bescherming van de natuur en de leefomgeving (waarop ze volgens de Grondwet recht hebben) af te dwingen. Betere wetgeving, vergunningverlening en adequate handhaving is nodig. Ook de Kaderrichtlijn Water vergt veel aandacht in de komende jaren omdat Nederland in 2026 de kwaliteitsdoelen moet hebben gehaald.